Hoe werkt handen schudden eigenlijk? De Japanse wiskundigen Madoka Goto en Shihoko Yosumi besluiten om voor hun eerste ontmoeting met hun Nederlandse collega’s Finn en Cecile alvast even te oefenen. Na wat aanvankelijke gêne – waarbij de onderlinge hiërarchie tussen Madoka en Shihoko een rol speelt – experimenteren ze erop los. Onder welke hoek moet de handdruk plaatsvinden? Hoe hard moet je schudden? Wat doe je ondertussen met de rest van je lijf, en met je gezichtsuitdrukking?
De geestige openingsscène zet de premisse van Superposition goed in de verf. In de nieuwe voorstelling van acteur-regisseur Vanja Rukavina volgen we een internationaal team van wetenschappers – twee Japanners en twee Nederlanders – dat op het punt staat een wiskundig model te ontdekken waarmee culturele misverstanden te voorspellen zijn. Om data voor hun werk te genereren, houden ze bij hoe vaak ze tegen culturele verwarring aanlopen. De verwachting is dat het aantal gestaag zal dalen naarmate ze elkaar en elkaars cultuur beter leren kennen, maar zo eenvoudig blijkt het in de praktijk niet te werken.
Een van de zaken die Superposition blijft bevragen is: wat valt er eigenlijk allemaal onder dat bedrieglijke woordje ‘cultuur’? Natuurlijk speelt nationaliteit daar een rol in, maar worden we niet net zo goed gevormd door ons gender, door onze beroepsgroep, door de subculturen waar we onderdeel van zijn? De voorstelling legt subtiel de nadruk op deze meervoudige blik op identiteit door de personages op al deze vlakken te laten botsen. Zo valt Finn duidelijk binnen de ‘nerd’-subcultuur – acteur Bram Suijker geeft hem doeltreffend de bijbehorende houterige motoriek en defensieve sociale houding mee. Zijn worsteling om zich een houding te geven tegenover zijn drie vrouwelijke collega’s bemoeilijkt het sociale contact. Maar ook het verschil in visie tussen statistici Shihoko en Cecile aan de ene kant en theoretici Finn en Madoka aan de andere kant leidt vaak tot misverstanden.
Spannende extra laag
Zo ontpopt Superposition zich tot een moderne zedenkomedie, waarin iedere interactie duidelijk wordt gevormd door de onderlinge verwachtingen en verwarringen, en de individuele identiteit die erachter zit. De wetenschappelijke context voegt daar een spannende extra laag aan toe: de hoop van de personages dat een wiskundig model alle misverstanden, en daarmee alle haat en oorlog, uit de wereld kan helpen, is even naïef als ontroerend.
Maar er zit ook een duister laagje onder. Dat zit in het zogenaamde nul-axioma dat Madoka in haar jonge jaren heeft bedacht, en dat nu door haar protegee Shihoko verder wordt ontwikkeld. Het stelt een mathematica voor waarin alle getallen hetzelfde betekenen, en verschil dus is uitgewist. Dat is natuurlijk de basis voor totalitarisme.
Zodra je je dat realiseert, krijgt het hele wiskundige project iets tragisch: deze sympathieke wetenschappers zijn zo bang voor eenzaamheid en conflict dat ze zich liever in hun conceptuele vesting opsluiten dan dat ze het echte leven instappen.
De kracht van Superposition is echter vooral dat die boodschap nooit te eenzijdig wordt: de voorstelling is daarmee tegelijkertijd een ode aan als een satire op doorgedreven wetenschappelijk positivisme.
Als Nilüfer Yanya het publiek in de Melkweg toespreekt, oogt ze verlegen. Maar als de 29-jarige Britse zingt, is er van schroom geen sprake. Dat doet ze adembenemend mooi, en met de natuurlijke vanzelfsprekendheid van een ruisende waterval. In combinatie met haar vier voortreffelijke muzikanten leidde het tot een betoverend concert.
Yanya heeft een experimentele, ongrijpbare sound, die vele genres doorkruist, van soul en jazz tot rock en grunge. Ze maakt in essentie gitaarliedjes, maar gitaarliedjes die weelderig uitwaaieren, en voortdurend van richting, ritme en kleur veranderen – zoals in jazz en grunge.
Haar gitarist en medecomponist Will Archer wringt behalve mooi slepende melodieën ook de vreemdste akkoordenschema’s uit zijn instrument. De ritmesectie varieert doorlopend in tempi, ook omdat Yanya graag songs schrijft die plots uitbarsten in gitaargeweld. En dan heeft ze nog multi-instrumentalist Jazzi Bobbi aan haar zijde (dochter van Spargo-zanger Ellert Driessen), die op keyboards de gitaarsongs van een extra knisperende laag voorziet en op haar saxofoon voortdurend een portie zachte tonen door de liedjes vlecht.
Bijzondere techniek
Over dat schuimige mengsel vlijt Yanya haar hees-hoge soulvolle stem. Vaak zet ze zingzeggend in, maar als ze voluit zingt, hanteert ze vaak een bijzondere techniek, die eerder draait om klank dan om het volledig uitspreken van woorden. Dan kan de naam van Elizabeth Fraser, de etherische zangeres van de Cocteau Twins zich opdringen. Zelf noemt Yanya in interviews vaak Big Thief en Nina Simone als inspiratiebronnen voor haar zingen en schrijven.
Haar schetsmatige manier van zingen sluit aan bij haar impressionistische, poëtische manier van schrijven, die al even weinig houvast biedt. „You’re my best machine, you’re my midnight sun, always I did it for you”, luidt bijvoorbeeld karakteristiek het refrein van ‘Midnight Sun’, het prijsnummer waarmee ze het concert afsloot.
Dat lied komt van haar goed ontvangen tweede album Painless, uit 2022, die alle beloftes inloste van haar debuut Miss Universe uit 2019. Dit najaar verscheen het derde album, My Method Actor. Ook dat nieuwe album leverde weer een aantal prachtige, pakkende singles op, zoals ‘Like I say (I runaway)’ en ‘Just A Western’. Die songs kregen live een gloedvolle uitvoering, die de intensiteit van de songs nog eens extra aanzette.
Anders dan dit nieuwe album kende het concert geen enkel minder moment. In elk lied zat energie en voortdurend kon je je verbazen over het raffinement van deze band. Een groot podiumpersoonlijkheid is Nilüfer Yanya niet, maar de muziek maakt alles goed.
‘INSTORTINGSGEVAAR!! NIET BETREDEN”, zegt een waarschuwingsbord aan de rand van Sluis. Het hangt aan wat eens een monumentaal toegangshek was. De toegang en het terrein erachter zijn overwoekerd met bomen en struiken. „Hierachter ligt Het Hoompje”, zegt Arjen Drijgers, voorzitter van de afdeling Zeeland van de erfgoedvereniging Heemschut.
Het in 1909 gebouwde villacomplex met torentje en kapel was een klooster voor de zusters Franciscanen. Tot 1986 is het ook in gebruik geweest als internaat voor kinderen met een beperking. Daarna kwam het leeg te staan. Zesentwintig jaar geleden is het complex onder nummer 509259 ingeschreven als rijksmonument.
Intussen geldt Het Hoompje in erfgoedkringen als schoolvoorbeeld van een rijksmonument dat ondanks, of misschien juist wel dóór zijn speciale status al jarenlang door zijn eigenaar zo wordt verwaarloosd dat het verkrot raakt. De eigenaar is in dit geval een BV, onderdeel van het beursgenoteerde bedrijf Bever Holding, die het complex in 1992 heeft gekocht. Daarachter gaat de vastgoedinvesteerder Ronnie van de Putte schuil die in Nederland en België zo veel monumentale gebouwen heeft laten verwaarlozen dat hij de bijnaam ‘de Krottenkoning’ heeft gekregen.
Via een olifantenpaadje verderop is het mogelijk het terrein van Het Hoompje te betreden. „Ik blijf hier even wachten”, zegt Drijgers. Een bord ‘Verboden toegang’ staat er niet, maar zijn Heemschutafdeling heeft in juli 2021 aangifte gedaan van opzettelijke en stelselmatige verwaarlozing. „Daarom lijkt het me beter dat ik niet het terrein op ga.”
De muren van het complex staan nog overeind, maar alle deuren en ramen zijn weg. Overal, buiten en binnen, zit graffiti. Het trappenhuis is deels verdwenen, evenals een stuk vloer van de bovenverdieping. In het dak gaapt een groot gat. Klimop overwoekert met dikke, kale wortels de achterkant van de kapel.
Verwaarlozing
Het Hoompje is geen uniek geval, blijkt uit gegevens van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. In de recent gepresenteerde tweejaarlijkse ‘monitor monumenten en archeologie’ staat dat volgens opgave van gemeenten 93 rijksmonumenten ‘ernstig verwaarloosd’ zijn. Dat zijn er vijf meer dan twee jaar geleden.
Leonard de Wit, die zich bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) al jaren met de materie bezighoudt, is aanvankelijk geneigd het probleem te relativeren – „we hebben in totaal ruim 61.000 rijksmonumenten in Nederland” – maar vertelt toch veel tijd te stoppen in verwaarloosde rijksmonumenten. „Verwaarlozing gebeurt onder andere omdat een boer die met zijn bedrijf stopt, geen zin heeft zijn monumentale schuur te onderhouden. Of omdat een parochie geen geld heeft voor onderhoud van een kerk. Met die mensen probeer je er door praten uit te komen.” Maar er zijn volgens De Wit ook eigenaren die bewust een monument verwaarlozen, bijvoorbeeld omdat ze het gebouw willen laten slopen om er een ander, winstgevend project neer te zetten.
De eigenaar van Het Hoompje hoort tot die categorie, stellen Drijgers en De Wit afzonderlijk van elkaar. Dergelijke eigenaren hebben vaak diepe zakken en kunnen er daarom ook nog eens juridisch alles aan doen om niet aan hun verplichtingen te voldoen, luidt hun gezamenlijke conclusie. Bever Holding zelf zegt desgevraagd dat er geen woordvoerder voor commentaar beschikbaar is.
Volgens de Erfgoedwet hebben eigenaren van een rijksmonument een instandhoudingsplicht. De Wit: „Dat is geen plicht tot een alomvattende restauratie, maar het begint wel met wind- en waterdicht maken.” Aan gemeenten is al sinds de Monumentenwet van 1988 de taak om erop toe te zien dat eigenaren hun rijksmonumenten goed onderhouden. Daar zit ook een probleem: veel gemeenten hebben niet genoeg mensen, kennis en geld in huis, zeker niet voor langdurige juridische procedures.
Handhavingsactie
„Ambtenaren van Sluis wilden enkele jaren geleden wel via een dwangsom de eigenaar van Het Hoompje dwingen het gebouw niet langer te verwaarlozen”, vertelt Drijgers. „Maar uiteindelijk heeft de gemeente die laten verlopen en nooit officieel gehandhaafd.” Het dossier rondom Het Hoompje loopt al heel lang, geeft een woordvoerder van de gemeente Sluis in een reactie toe. „Dit rijksmonument wordt al tientallen jaren verwaarloosd door de eigenaar. We voerden eerder een handhavingsactie uit tegen de eigenaar. Maar dit heeft niet tot het gewenste resultaat geleid.”
In een perfecte wereld letten de provincies erop dat gemeenten hun taak als toezichthouder en handhaver goed uitvoeren. Maar ook dat gebeurt te weinig, heeft de Inspectie voor Overheidsinformatie en Erfgoed vastgesteld.
In principe kan ook justitie optreden tegen verwaarlozing van een rijksmonument, omdat dat als economisch delict geldt. „Daarom hebben we drie jaar geleden ook aangifte over Het Hoompje gedaan”, vertelt Drijgers. „Het Hof in Den Bosch heeft echter begin dit jaar bepaald dat strafrechtelijke vervolging niet opportuun is, omdat de eigenaar officieel nooit door Sluis op zijn vingers is getikt.”
Vijf jaar na Kamervragen over de uitvoering van erfgoedtaken is OCW dit jaar een programma gestart dat het toezicht en de handhaving bij gemeenten en provincies moet verbeteren, daarbij bijgestaan door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Desondanks stelt de gemeente Sluis nu dat de toestand van Het Hoompje zo slecht is, dat behoud geen zin meer heeft. De gemeente heeft daarom verzocht het complex als rijksmonument te schrappen. De Wit: „Ik heb de gemeente gezegd dat het verzoek na jarenlang zelf niet opgetreden te hebben niet zo netjes is.”
Drijgers heeft nog goede hoop. „Uit onderzoek van twee jaar geleden zou blijken dat behoud nog wel mogelijk is. Als Het Hoompje niet als monument in stand wordt gehouden, rest een ruïne die alleen nog interessant is voor urban explorers.”
Anne Neuteboom moet kokhalzen. Uit haar gorgelen diepe, schraperige klanken naar boven. Het woord dat ze moet uitspreken zit vast in haar keel. Wijnklimaatkast, perst ze er ten slotte uit. Haar nieuwe vriendje heeft de wens uitgesproken dat hij er graag een zou willen kopen voor zijn wijnliefhebberij. Maar voor Neuteboom is dat een stap te ver: de kast staat symbool voor de grote verschillen tussen hen, met name tussen rijk (hij) en arm (zij).
In haar vierde soloprogramma, En dan nu Anne Neuteboom, doet de 35-jarige Anne Neuteboom uit de doeken dat ze een probleem heeft, want ze is gelukkig. En dat is onherkenbaar en beangstigend voor iemand die geen groot plezier aan mensen beleeft en voor wie klagen over alles de eerste natuur is. In vijf kwartier vertelt ze hoe ze het zo ver heeft kunnen laten komen en hoe ze haar partner vond. Net als in elke romcom gaat het dus eerst een keer mis.
Een verfrissende kant van haar optreden is dat ze zichzelf begeleidt met eigen, handgemaakte animaties op een groot scherm. Ze maakte primitieve tekeningetjes van poppetjes die alleen een lijntje als lijf en leden hebben. Soms vertellen de animaties het verhaal, soms zijn het illustraties bij wat ze zegt. Dat is een mooi extraatje en pakt soms geestig uit, zoals wanneer het tegenzit en ze zegt dat ze „triple fucked” is. De uitbeelding is simpel en effectief, met drie vliegende piemels rond een figuurtje.
Coronajaren
Ook haar verslag over daten, elkaar aftasten en het leren kennen van een nieuw iemand, inclusief een terugblik op de moeizame coronajaren, bevat aardige momenten. Maar echt goede grappen zijn dun gezaaid. Het kabbelt vaak wat, omdat ze vooral beschrijft wat er is gebeurd. Neuteboom zoekt het geregeld in grof en dik aangezet commentaar op gedrag en verschijnselen, maar de verwoording is vaak weinig bijzonder of verrassend. Elitaire, Amsterdamse „reservaten” beschrijven aan de hand van havermelk en Biro’s bijvoorbeeld, voelt te makkelijk en is te vaak gedaan om nog een lach mee te scoren.
In de aanloop naar haar liefdesgeschiedenis behandelt Neuteboom „veelgestelde vragen” aan haar, zoals over haar opvallende stem en over haar „raar” zijn. Die lijzige stem heeft ze van nature, bevestigt ze. Daar is niks mis mee, zeker niet voor een professioneel klager, maar als het tempo laag ligt en grappen niet altijd werken, dan keert dat geluid zich tegen haar.
En in En dan nu Anne Neuteboom is ze ook eigenlijk niet ‘raar’ genoeg. Ongemakkelijke seks en onsmakelijkheden, zeker als er poep bij komt, zijn bij haar in goede handen. Maar dat is niet genoeg om deze voorstelling te dragen.